Rijkswaterstaat doet mee

In deze nieuwsbrieven zullen we ook aandacht besteden aan de stakeholders die betrokken zijn bij het project. Als eerste komt Rijkswaterstaat aan het woord. Simeon verheugt zich nu al op het eindproduct van OR ELSE. Hij levert input aan vanuit Rijkswaterstaat. “Ik ben blij dat deze data zo goed gebruikt wordt nu”. Vanwaar dit enthousiasme? Ik spreek vandaag met Simeon Moons, ecoloog bij het programma Kustlijnzorg, het programma dat zandsuppleties uitvoert voor het behoud van de kust. Bovendien is Simeon projectleider bij het programma Zand uit Zee, een onderzoeksprogramma dat co-financier is van OR ELSE.

Oscar_Bos_Heart_urchin_Echinocardium_cordatum_hartegel_zeeklit

Om zand te winnen op de Noordzee is een vergunning nodig op basis van de ontgrondingenwet. Om een vergunning te krijgen is een milieueffectrapportage (mer) noodzakelijk. Daarin beschrijven we de effecten van zandwinning op het milieu, op basis van de beschikbare kennis. Waar er nog kennis ontbreekt, moeten we die benoemen. Soms volgt een opdracht om de kennis te verzamelen. Zo is dat ook gegaan voor de zandwinning van de afgelopen jaren. Omdat er nog veel onbekend is, is een verplichting opgelegd aan de zandwinners om noodzakelijke kennis te verzamelen via een monitoring en evaluatie programma (MEP) zandwinning. Rijkswaterstaat en andere zandwinners (verenigd onder Stichting La MER) geven sinds 2006 gezamenlijk invulling aan het MEP onder de naam Zand uit Zee. Het programma doet onderzoek naar de ecologische effecten van zandwinning uit de Noordzee en is onderverdeeld in 4 thema’s: zwarte zee-eenden, rekolonisatie, schelpenbanken en fijn sediment. Dit alles kan je nalezen op de website www.ZanduitZee.nl.

Daarnaast doet Rijkswaterstaat onderzoek naar de kwantiteit en kwaliteit van het Noordzeezand door middel van jaarlijkse grondboringen, milieu-analyses, fysische en akoestische metingen en modellen. Op die manier worden met zorg geschikte zandwinlocaties aangewezen voor het kustonderhoud.

Dat de onderzoeksinspanningen veel data en resultaten opleveren is wel duidelijk, maar niet alle data zijn even makkelijk te vertalen naar effecten op de natuur. Welke ecosysteemprocessen worden door zandwinning beïnvloed? En hoe werkt dat dan door in de voedselketen, op de korte en op de lange termijn in het hele ecosysteem? Daarvoor moet je heel goed weten hoe alles met elkaar samenhangt. Simeon: “Een goed voorbeeld is het effect van slib dat vrij kan komen bij de winning van het zand. Het slibgehalte kun je wel meten in de bodem of het water, maar het is erg lastig het effect van zandwinning hierop te onderscheiden van de natuurlijke variatie. En als je denkt dat dat effect heeft op de primaire productie of de bodemdiergemeenschap, is het nog de vraag hoe dat op de langere termijn doorwerkt. Wat zijn de ecologische toekomstscenario’s waar we rekening mee moeten houden?” Daarom was Simeon ook zo blij met het idee om een breed wetenschappelijk programma te realiseren gericht op de dwarsverbanden en modelontwikkeling, waarbij ook nog gewerkt wordt aan operationele aanbevelingen voor de winning. Het is precies wat Rijkswaterstaat en de zandwinners nog misten.

Daar komt nog bij dat er vanaf nu veel meer mensen bezig zijn met de vragen die te maken hebben met zandwinning. Een hele groep van ervaren en beginnende onderzoekers kan elkaar inspireren en het onderwerp onder de aandacht brengen van hun vakgenoten. Simeon: “Ik hoop dat er een sneeuwbaleffect ontstaat, dat er steeds meer aandacht ontstaat voor het onderwerp. Eigenlijk is dat al gaande, want we zijn in voorbereiding op een 10-jarig integraal veldonderzoek op zee. We gaan heel veel metingen uitvoeren in een gebied waar we later zand gaan winnen. Dan bekijken we hoe de zeebodem en het bodemleven zich daarna ontwikkelt en hoe die processen in elkaar steken. Dit onderzoek loopt langer door dan OR ELSE, en vergroot en verbreedt de gemeenschap van ‘zandwinonderzoekers’. Hopelijk zullen beide onderzoeken elkaar versterken, zodat we beter weten wat we moeten meten en de metingen ook direct bruikbaar zijn voor de modelbouwers van OR ELSE.”

Tot slot nog een uitnodiging (of een oproep?) aan alle onderzoekers van OR ELSE en andere programma’s: “Rijkswaterstaat heeft verschillende rollen als stakeholder van OR ELSE: we zijn een kennispartner (Zand uit Zee), een zandwinner en zandgebruiker (Kustlijnzorg), en ook beheerder van de Noordzee. In alle drie die rollen verzamelen we data en alle data van de overheid zijn in principe openbaar. Dus vraag ernaar als je het niet kan vinden op sites zoals ZanduitZee. Als de data al verzameld is, dan is het alleen maar mooi als deze ook gebruikt worden!”